Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hij [37]bracht ook weder de landpale van Israel van den ingang van [38]Hamath, tot aan [39]de zee van het vlakke veld; naar het woord des HEEREN, des Gods van Israel, dat Hij gesproken had door [40]den dienst van Zijn knecht [41]Jona, den zoon van Amitthai, den profeet, die van [42]Gath-hefer was. 37. Te weten, onder het gebied der koningen Israels. Zie boven, hfdst.13 vs.25. 38. Zie hiervan Num.13:21, en Num.34:8. 39. Zie ook van deze zee Deut.3:17. 40. Hebreeuws, door de hand. 41. Deze is dezelfde, die van den Heere naar Nineve gezonden werd, en wiens profetie wij bij de andere profeten in den Bijbel hebben. 42. Een stad, gelegen in den stam van Zebulon; Joh.19:13.